Vertier na de quarantaine

Door: Emma Ruiter

Het is ruim een maand geleden sinds Mark ons land een zogenoemde ‘intelligente lockdown’ oplegde. Scholen zijn gesloten, de horeca ligt stil en enkel vitale beroepen worden nog op locatie uitgeoefend. Een periode van sociale isolatie volgde. Voetbalvelden werden leeggeruimd, skateparken afgezet en ook de Nijmeegse Waalkade werd tijdelijk verboden terrein. De Radboud Universiteit sloot ook haar deuren en menig student is vervolgens naar zijn of haar ouderlijk nest teruggekeerd om daar de eens zo welbekende gezinsdynamiek te herbeleven. We volgen op het moment gezamenlijk digitaal onderwijs, maar tijdens de zoveelste Virtual Classroom mijmer ik optimistisch over wat de media reeds het ‘post-corona tijdperk’ noemen. Want wat zullen we allemaal ondernemen na deze coronacrisis? Op welke vormen van vertier en vermaak verheug ik mij het meest?

V.    Ongegeneerd samenscholen

Nog nooit eerder had ik mensen gebruik horen maken van de term ‘samenscholen’ wanneer er gedoeld werd op het bijeenkomen van een groep mensen. Blijkbaar scholen we met z’n allen heel wat samen, vooral in het voorjaar. Ik ontving vorige week een archaïsche ansichtkaart van een vriendin met de tekst: “Weet je nog, die goede oude samenscholing?” Wat een drama. Nee, ik kan het me niet herinneren; het lijkt een halfjaar geleden dat ik je voor het laatst zag. “Ja”, schreef ik haar terug, “als dit voorbij is, gaan we weer eens samenscholen. Can’t wait.” Maar waar moeten we beginnen? Moeten we eerst een familiefeest bijwonen of de eerste kans aangrijpen om de Fuik te koloniseren? Met al je vierentwintig vrienden aan het Waalstrand liggen of hutjemutje op een terras zitten? Moeten we niet eerst een huisfeest geven? Met Jan en alleman tongen? Een vakantie plannen? Een verjaardagsfeestje geven met meer dan drie genodigden? Met z’n allen zonder schuldgevoel naar de bouwmarkt of meubelboulevard gaan?  

IV.       Studeren in de Universiteitsbibliotheek 

Ach ja, de UB bestaat ook nog. Deze leeft sinds eind maart enkel in vage dagdromen voort, als een soort heilzame fata morgana. Ik kan me niet meer herinneren waar de ingang zich bevindt. Waren dat automatische schuifdeuren of werd je geacht te duwen/trekken? Hoe worden de pc’s daar ook alweer ontgrendeld? Hoe duur is zo’n automaatkoffie, kan iemand zich dat herinneren? Wanneer het post-corona tijdperk aanbreekt, hoop ik weer over deze informatie te beschikken. Met genoegen zullen wij weer gehele dagen en pseudo-nachten studeren in het overvolle ESC. Wij zullen met tranen van blijdschap lezen over slavernij in negentiende-eeuws Amerika, de eerste reizen naar Sri Lanka en de schrikbarend lage opkomst bij Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen. Glimlachend typ ik de eerste zin van mijn onderzoek voor themacollege: “Excuses dat mijn onderzoek ondermaats is. Het archief was gesloten.”

III.       Het bakken van een vleermuizenquiche 

Het is mij onduidelijk welke maniak bananenbrood onherroepelijk tot quarantainevoedsel heeft omgedoopt, maar mijn huisgenoten lijken ieder etmaal twee bananenbroden te produceren. Tegenwoordig eten wij aldus niets anders en is de diversiteit op culinair gebied ver te zoeken. Hebben jullie hier ook schoon genoeg van? Verlangen jullie ook naar iets anders? Wellicht dat een versgebakken vleermuizenquiche je uit deze misère kan helpen. Het bakken van een dergelijke hartige taart is niet enkel een afwisseling van al dat zoete voer, het dient tevens als een alleraardigst post-quarantaine vriendenuitje. Nodig je vrienden uit, beveel ze allemaal een pond vleermuis mee te nemen en het feest kan beginnen! Natuurlijk moet men niet blindelings de eerste de beste vleermuis uit de schuur trekken en deze in een quiche verwerken; er schijnen onverhoopt rotte appels tussen te zitten. Let dus goed op waar je de ingrediënten vandaan haalt. 

Lekker, een vleermuizenquiche

II.       Mag ik in jouw aura vertoeven? 

“Je staat in m’n aura, gek!” snauwde een bejaarde vrouw vorige week naar mijn broer. Tijdens een pandemie is het doorprikken van andermans aura natuurlijk onvergeeflijk. Men behoort de RIVM-richtlijnen te gehoorzamen: houd ten alle tijden anderhalve meter afstand en begeef je niet in de astrale energie van je medemens. Wie dit wel doet, start de facto een verbale oorlog. Sommigen zijn namelijk erg gesteld op hun energieveld, vooral tijdens een crisis. En geef ze eens ongelijk! Daarom verheug ik mij ten zeerste op het infamous post-corona tijdperk; eindelijk weer zonder gêne andermans aura betreden, ditmaal zonder de dreiging van verbaal geweld. Dit is wellicht een onconventionele vorm van vertier, desalniettemin hoort het thuis in deze top-5. De chakrale energiebaan van een mens—ongeacht welke kleur deze aanneemt—kan namelijk met meerdere personen gedeeld worden. Met andere woorden: het is mogelijk de aura van je medemens te betreden. Uiteraard met consent, want dat is belangrijk. Dit blijkt voor velen echter een lastig obstakel, want hoe vraag je op een genegen manier consent? Uit ervaring blijkt een directe aanpak effectief. Vraag hem of haar simpelweg: mag ik in jouw aura vertoeven? Of: wil je je energieveld even met mij te delen? Of, op een meer agressieve wijze: delen, kreng! Wat een prachtig vooruitzicht. Na COVID-19 zijn botsende aura’s op Nijmegen centraal niet langer een heikel punt. Ik word niet langer een verbitterde blik toegeworpen wanneer ik te dicht bij het persoonlijke territorium van onze buurvrouw Jet kom! Wat een luxe. Ik verheug me er gigantisch op; in haar aura gemoedelijk een stukje quiche eten. Sharing is caring, right?

I. Het behouden van dat altruïsme 

Mensen willen helpen, zo blijkt. En vooral een wereldwijde crisis lijkt het altruïsme in de mens wakker te schudden. De afgelopen weken schoten er namelijk tig liefdadigheidsinitiatieven uit de grond; van particulieren die ijverig oppashulp aanbieden tot bedrijven die zich storten op het maken van mondmaskers. Het initiatief van een aantal studenten ging zelfs viraal (!): meer dan 30.000 vrijwilligers hebben zich als onbaatzuchtige hulp aangemeld bij de snel groeiende actie Gewoon mensen (Gewoon mensen die mensen willen helpen). Het bestaan van dergelijke acties was mij jammerlijk geheel ontgaan, want soms zie je door de hamsteraars het bos niet meer (of: soms zie je door al het nieuws over hamsteraars de liefdadigheidsinitiatieven niet meer). Maar wanneer zelfs Splinter Chabot instemmend meeknikt wanneer Rutger Bregman bij DWDD stelt dat natuurrampen juist het goede in de mens naar boven halen, weet je dat het ook werkelijk zo ís. In Splinter we trust. Nu maar hopen dat de altruïstische deeltjes van de mens niet weer in quarantaine gaan wanneer deze pandemie voorbij is. Onbaatzuchtigheid zou een permanente karaktereigenschap van de moderne mens moeten zijn, ook na wat Rutte de afgelopen week de ‘anderhalvemetermaatschappij’ noemde. Dáár verheug ik mij op.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *