Door: Rob Baggermans

Een Chinees, een Duitser en twee Nederlanders zaten in een restaurant. Nee, het is geen aanloop voor een flauwe mop. Het is waar gebeurd. Laat ik jullie mee terug nemen naar zaterdagavond 14 maart 2020, bijna één maand geleden. Voor de mensen die mijn levenswandel het afgelopen halfjaar niet hebben gevolgd; ik bevond mij op dat moment in Parijs, de stad der liefde (en, zo bleek) der zwervers, gele hesjes en stakingen. Omstreeks 19:00 uur had ik afgesproken met een Duitse en een Chinese vriend alsmede een onzer landgenoten (Limburger, oordeel zelf maar) om bij het pittoreske Bouillon Julien uit eten te gaan. Toen we net over onze zeer appetijtelijke hoofdgerechten beschikten, kwam ons het nieuws ter ore dat alle Franse horeca diezelfde avond om 00:00 uur tot nader order gesloten moest worden. Geluk bij een ongeluk dus, zou je kunnen zeggen. Tijdens het dessert belden onverwachts mijn ouders op. Ze waren geschrokken van wat ze op het nieuws hoorden. Na hen gerustgesteld te hebben, zette ik de strijd tegen mijn smeltend dessert voort.

Het geluk stond de dagen daarna echter minder aan mijn zijde. Op zondag 15 maart kwamen mijn ouders en ik tot de conclusie dat het beter was om huiswaarts te keren. Ontdaan en triestig als ik was, heb ik een laatste rondje gemaakt door de prachtige binnenstad van wat trots mijn nieuwe woonplaats was. Op advies van Kenny B ben ik langs de Champs-Élysées gelopen en heb ik de Eiffeltoren nog eenmaal bekeken (shoutout naar hem daarvoor). Maandag 16 maart, op één dag na nét geen twee maanden na mijn aankomst, keek ik voor het laatst achterom naar de Arc de Triomphe terwijl mijn vader de roekeloze taxichauffeur naast ons uitschold. Conclusie: mijn Erasmusavontuur was hardhandig vermoord en COVID-19 was de dader.

Eenmaal thuis had ik – bij gebrek aan een sociaal leven – tijd genoeg om te treuren, jammeren en piekeren, maar zover kwam het niet. Na twee dagen ontving ik het nieuws dat een Engelse die ik één week eerder had ontmoet in het ziekenhuis was opgenomen. Ze was hard getroffen door het virus. Geschrokken realiseerde ik mij dat de coronapandemie meer slachtoffers maakt dan mijn buitenlandminor, menselijke slachtoffers: een dorpsgenoot, een buurman of misschien wel een familielid. Mocht ik nog wel klagen? Nee, beste GSV’ers, dat mag ik eigenlijk niet. Mijn naasten en ik zijn gezond (mijn conditie even daargelaten) en we kunnen nog gaan en staan waar we willen. Dus, dames en heren, count your blessings. Ja, ik zát in een restaurant in Parijs, maar nu lig in de zon in het gezellige Brabantse Gemert. Kan erger, toch?

Geniet van iedere dag dat je gezond bent en zorg goed voor jezelf!

Excuseert u mij nu, Candy Crush geeft vandaag eindeloos levens dus ik ga nog even door.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *